Bepaling MP 21
Mag gezamenlijk worden verpakt met voorwerpen die onder hetzelfde UN-nummer vallen.
Mag niet gezamenlijk worden verpakt met goederen van klasse 1 die onder verschillende UN-nummers vallen, uitgezonderd
- hun eigen inleimiddelen, onder voorwaarde dat
- die inleimiddelen onder normale vervoersomstandigheden niet in werking kunnen treden; of
- dergelijke middelen zijn voorzien van ten minste twee doeltreffende veiligheidsvoorzieningen die verhinderen dat de ontplofbare stof in het voorwerp ontstoken wordt in het geval dat het ontstekingsmechanisme van het inleimiddel onopzettelijk in werking treedt; of
- indien dergelijke middelen niet zijn voorzien van twee doeltreffende veiligheidsvoorzieningen (d.w.z. inleimiddelen die zijn ingedeeld in de compatibiliteitsgroep B), naar de mening van de bevoegde autoriteit van het land van herkomst *3 een onopzettelijke inwerkingtreding van het ontstekingsmechanisme van het inleimiddel onder normale vervoersomstandigheden niet de ontploffing van het voorwerp tot gevolg zal hebben;
- voorwerpen van de compatibiliteitsgroepen C, D en E.
Mag niet gezamenlijk worden verpakt met goederen van andere klassen of met goederen die niet zijn onderworpen aan de voorschriften van het ADR. Indien goederen volgens deze bijzondere bepaling gezamenlijk worden verpakt, moet rekening worden gehouden met een mogelijke wijziging van de classificatie van colli volgens 2.2.1.1. Voor de omschrijving van de goederen in het vervoersdocument, zie 5.4.1.2.1 b).
*3 Indien het land van herkomst geen Overeenkomstsluitende Partij is bij het ADR, moet de toestemming worden bevestigd door de bevoegde autoriteit van de eerste Overeenkomstsluitende Partij bij het ADR, die bij de zending betrokken is.